top of page

Opening words by

Lusette Verboom
Owner & Curator Gallery Alma Blou

Didi is geboren als Rubini Dometilie op 9 april 1963, in hetzelfde huis waar hij nu samen met zijn vader woont. We beginnen ons gesprek met herinneringen op te halen hoe Montagne vroeger was. De woonwijk Montagne Abou was één grote mondi met een zandweg die naar de kerk vanMontagne leidde en een  grote, zware oliepijp die van de raffinaderij naar Caracasbaai liep. Didi woonde aan de weg die naar de kerk leidde, mijn ouderlijk huis stond aan de weg die naar Fuik leidde, maar alle ‘buren’ wisten van elkaar.

 

De grote mondi was zijn speeltuin, maar de stilte van dit gebied was ook aanleiding voor een spookachtige realiteit. Zijn werk neigt vaak naar het surealisme, wat volgens Didi misschien ook te herleiden is naar sensaties uit  zijn kindertijd wanneer hij zijn fantasie een loopje met hem nam terwijl hij door de mondi van school naar huis liep.

 

Als oudste broer was hij jarenlang alleen met zijn zus, voordat zijn kleine broertje geboren werd. Hij moest dus kiezen tussen met zijn zus met poppetjes spelen of op zichzelf zijn. Hier is zijn passie voor het tekenen ontstaan. Alles wat hij maar te pakken kon krijgen kladderde hij vol. Het was zo erg dat zelfs zijn schriften op school alleen maar uit tekeningen bestond. Zijn ouders stimuleerden hem hierin en zijn verjaars- en sinterklaaskadootjes bestonden altijd uit kleurpotloden, pakjes stiften en kladblokken.

 

Nadat hij de MAVO had afgemaakt ging hij naar de bedrijfsschool van de Shell  waar hij als laborant kwam te werken. Hier deed hij kwaliteitscontrole in het laboratorium. Maar de hele dag verblijven tussen 4 muren en monstors onderzoeken was niets voor hem. Al gauw begon hij te snakken naar vrijheid. Maar op zijn 19e was hij al een zelfstandige man met eigen inkomen, dus teruggaan naar de schoolbanken was geen optie. Politieagent worden leek hem wel wat: tijdens de opleiding kreeg hij al een salaris en bovendien was hij de hele dag op straat. In 1985 slaagde hij als politeagent en tegenwoordig is hij inspecteur werkzaam in zijn eigen woonwijk, Montagne.

 

Het lijken zo twee totaal verschillende werelden, als politieagent moet je regelmatig hard optreden, is er geen ruimte voor twijfel, wordt je manier van werken al opgelegd tijdens je opleiding, maar ook wisselende werktijden bemoeilijken het creatief proces. 'Ik heb mijn hele leven geschilderd. Ik ben geheel autodidact, maar ik ben geen hobiest. Ik ben een amateur omdat ik niet van mijn schilderkunst leef. Voor mij komt het creëren van kunst in de plaats van religie. Ik ben geheel toegewijd aan de kunst. Het is geen tijdverblijf voor mij.’

 

Maar nadat Didi zijn laatste grote expositie in 2008 in de Snip Gallery heeft gehad was het lange tijd stil. De Korpspolitie was aan het reorganiseren. Hij moest, naast het gewone werk, elk moment beschikbaar zijn voor vergaderingen. Ook zat hij op de UNA, dus bleef er weinig tijd over voor zijn echte passie. Maar, zo zegt hij: 'ik heb gemerkt dat het schilderen hetzelfde is als fietsen. Je kunt je fiets opzij leggen, maar als je het weer oppakt, fiest je weer als vanouds, zo gaat het ook met schilderen.’

 

Als je het huis binnenstapt is het eerste wat opvalt een grote schilderij van een man die trompet speelt, uit zijn ooghoek biggelt een traan, op de achtergrond een vrouw die wegloopt tegen de achtergrond van de enkele monumenten. Een indrukwekkend en zeer gevoelig werk. Dit schilderij trekt voor de zoveelste keer mijn aandacht en ik besluit Didi ernaar te vragen. Hij moet eerst een sigaret opsteken voordat hij begint te praten: ‘Dit schilderij heet Tu Partida. Het was mijn kado aan mijn moeder voor moederdag Drie maanden later, op 8 augustus 2004, sterft ze. Eén dag na de opening van mijn eerste soloexpositie in de Snip Gallery, op 7 augustus'. Ik ben even stil. ‘Wist je dat ze niet lang meer te leven had toen je dit werk schilderde?’ ‘Nee’, hij haalt zijn schouder op. ‘het is zo gegaan.'

 

Toen hij begon aan de collectie voor de expositie bij Gallery Alma Blou, merkte hij pas hoeveel hij het schilderen heeft gemist. Tijdens het schilderen luistert hij graag naar muziek. Hij heeft een hele breede smaak waarvan de bodem is gelegd door de muzieklessen bij Edsel Provence. Zoals Didi zegt ‘kunst is kunst. Of het nou schilderen, dans, muziek, schrijven, voordragen is, het komt allemaal uit dezelfde bron. Het gaat om het uiten van gevoelens en dit kan op zoveel verschillende manieren. Ik doe het op mijn manier'.

 

Het contrast tussen Didi de politieagent en Didi de kunstenaar is fascinerend.

bottom of page